De beurs heeft heel wat producten waar je in kunt investeren: aandelen, obligaties, fondsen, vreemde valuta, grondstoffen of vastgoed. Waar je best in belegt beslis je zelf; hieronder vind je alvast kort wat die verschillende producten zijn en welke voor- en nadelen ze hebben.
Bedrijven hebben geld nodig om op te starten en om te blijven bestaan. Daarvoor kunnen ondernemers hun eigen geld gebruiken, ze kunnen lenen bij een bank of ze kunnen beroep doen op beleggers. Wanneer je een bepaald bedrag in een bedrijf investeert krijg je daar een aandeel voor, een ‘koopbewijs’.
De meeste aandelen worden verhandeld op de beurs. Hoeveel een aandeel waard is hangt af van verschillende factoren. Hoe goed het bedrijf het nu doet of gaat doen, bijvoorbeeld. Dikwijls geldt: hoe hoger de verwachte winst, hoe duurder het aandeel. Andersom kunnen slechte verwachtingen de aandelenprijs naar beneden halen.
Ook het nieuws heeft invloed: Apples aandelenprijs ging steil naar beneden na de dood van Steve Jobs en het nieuws rond Facebooks privacyproblemen had een grote invloed op de prijs van Facebookaandelen. Aandelen zijn dus risicovolle producten: je deelt niet alleen in de winst van bedrijf.
Om dat enigszins te vermijden kun je in een aandelenfonds investeren: een soort middle man of ‘pot’ die jouw geld en dat van andere investeerders verdeelt over verschillende bedrijven. Het voordeel van zo’n fonds is dat je je risico automatisch spreidt en dat jij niet zelf bedrijven moet zoeken.
Wanneer je leent voor je huis, dan krijg je een hoop geld dat je op regelmatige tijdstippen terugbetaalt met intrest. Dat principe in de omgekeerde richting, dat is een obligatie. Je leent bijvoorbeeld geld aan een bedrijf of aan de staat en dat bedrag krijg je na een bepaalde periode terug. Daarnaast krijg je regelmatig intrest op de nominale waarde of het totale bedrag van je lening.
Je kunt obligaties, net als aandelen, kopen op de beurs. Het risico is bij obligaties veel kleiner dan bij aandelen — en de opbrengst dus ook. Het enige of toch het grootste risico bij obligaties is of de uitgever zijn verplichtingen nakomt. Als die failliet gaat bestaat de kans dat je je lening niet terugkrijgt.
Er bestaan verschillende soorten obligaties: je kunt er van de overheid kopen (een staatsbon), van kredietinstellingen (een kasbon) of van bedrijven (een bedrijfsobligatie). Daarnaast heb je, net als bij aandelen, fondsen die je geld over verschillende obligaties spreiden.
Een fonds (of een ICB, een Instelling voor Collectieve Belegging) belegt het geld van zijn investeerders in een groep verschillende producten zoals aandelen of obligaties. Het totaal van het belegde kapitaal wordt verdeeld in deelbewijzen of participaties en als belegger koop je participaties van dat fonds. Je koopt dus geen aandelen of obligaties van één bedrijf; je koopt een deel van een fonds dat zijn geld verspreid over verschillende bedrijven, overheden, vastgoed of valuta.
Net zoals bij aandelen bepaalt de koers de waarde van zo’n participatie of deelbewijs. Voor hetzelfde bedrag koop je de ene keer meer of minder stukken dan de andere.
De grootste voordelen van een fonds zijn de toegankelijkheid, de automatische spreiding van je kapitaal en het risico, het overzicht en de transparantie. De nadelen zijn dan weer dat een fonds duur kan zijn. Houd rekening met eventuele in- en uitstapkosten, beheerkosten en taksen of belastingen.
Afgeleide producten kun je, net zoals andere producten, (ver)kopen op de beurs. Het verschil is dat de prijs van afgeleide producten wordt bepaald door een ‘onderliggende waarde’ zoals aandelen, obligaties, grondstoffen, valuta of een index.
Er bestaan verschillende afgeleide producten:
TAK-producten zijn verzekeringen. TAK 21-producten zijn bijvoorbeeld pensioenspaarrekeningen, levensverzekeringen, verzekeringsrekeningen en verzekeringsbons; een TAK 23-product is een levensverzekering gekoppeld aan beleggingsfondsen. Het rendement van een TAK 23-product is dus afhankelijk van hoe goed die fondsen het doen.
Het grootste verschil tussen de twee is dat TAK 21-producten een gewaarborgde terugbetaling van je kapitaal bieden, een gewaarborgd rendement, eventuele winstdeelname en fiscale voordelen. Het zijn doorgaans veilige beleggingen op lange termijn met een gegarandeerde rente.
TAK 23-producten bieden geen gewaarborgde terugbetaling, geen gegarandeerde rente en omdat ze afhangen van hun onderliggende fondsen schommelt hun koers meer. Ze zijn dus vooral bedoeld voor wie meer risico kan en wil nemen: de kans bestaat dat je (een deel van) je kapitaal verliest en zoals gezegd heb je geen garantie op rendement.
Tot slot is een TAK 23-product niet fiscaal aftrekbaar, een TAK 21-product wel.