Hoe kan ik beleggen voor mijn kind?
Kinderspaarrekeningen zijn allang niet meer zo aantrekkelijk als vroeger. De rente is er laag, net als bij gewone spaarrekeningen. Als je belegt heb je kans op hoger rendement. Denk eraan dat je evengoed kans hebt op waardedaling. Hoe ga je daar mee om en, als je gaat beleggen, welke rekening kies je dan?
Je zoon of dochter kan een goede start krijgen als je start met beleggen: je kind bouwt een vermogen op waar het later een huis mee kan kopen of waar het mee kan studeren.
Wanneer je kind oud genoeg is kun je het bij de beleggingen betrekken. Zo leert je zoon of dochter vroeg wat er bij beleggen komt kijken en wat het kan opleveren.
Geen garanties
Tijd, risicospreiding en lage kosten zijn het belangrijkst voor succesvol beleggen.
Begin je te beleggen wanneer je kind nog jong is, dan is er tijd genoeg om het geld te laten opbrengen. En ook al zal de beurs wel eens een keer dalen, de kans is groot dat het daarna weer goedkomt.
Garanties heb je natuurlijk nooit.
Waar let je best op?
Het is nooit slim om alles in één aandeel te steken. Beleg liever is verschillende bedrijven, overheden, sectoren of regio’s.
Risico’s spreiden kun je als particuliere belegger doorgaans niet alleen. Het is een goed idee je geld te laten beleggen door een beleggingsinstelling of te kiezen voor een beleggingsfonds of een indexfonds.
Wat kost het?
Kosten zijn een van de belangrijkste factoren voor beleggingssucces. Laten beleggen kost geld, en het beheer van een fonds ook.
Beleggingsinstellingen kunnen beheervergoeding en transactiekosten rekenen. Fondskosten zitten in de koers van het fonds en ze halen zo het rendement naar beneden.
Indexfondsen zijn het goedkoopst. Die volgen een vaste ranglijst van aandelen of obligaties. Dat spaart de kosten voor een actieve fondsbeheerder uit. De beleggersrekening zelf is zo goed als altijd gratis.
Beleggen voor je kind, (hoe) gaat dat?
Dat kan grotendeels op dezelfde manier als beleggen voor jezelf: je opent een beleggersrekening bij je favoriete bank of broker. Er zijn echter ook speciale beleggersrekeningen voor kinderen.
Zo’n rekening staat op naam van je kind. Je kunt er bijvoorbeeld elke maand geld op storten, net als bij een spaarrekening, of om de zoveel tijd de kinderbijslag. Doe dat regelmatig en de kans is groot dat je een mooi kapitaal opbouwt.
Op zijn of haar achttiende verjaardag wordt dat kapitaal van je kind. Dat kan een nadeel zijn als je gelooft dat je kind die verantwoordelijkheid niet aankan op die leeftijd. Je kunt voor die tijd alle beleggingen verkopen en het geld op je eigen rekening zetten. Als je verkoopt moet je wel kunnen aantonen dat het in het belang van je kind is.
Er zijn aanbieders die extra hulp geven bij het beleggen voor een kind. Op hun website kun je bijvoorbeeld voor verschillende doelen de juiste beleggingsstrategie kiezen. Denk aan een bijdrage in de studiekosten, een rijbewijs of een kapitaal voor een eerste huis.
Zijn er belastingvoordelen?
Een beleggersrekening heeft geen speciale belastingvoordelen. De waarde van de beleggingen valt onder het vermogen van de ouders.
Zij betalen taks op beursverrichtingen of TOB. Dat is een belasting die je bank of broker je aanrekent wanneer je financiële instrumenten (ver)koopt. De TOB is een percentage van de prijs en er zijn drie tarieven: 0,12%, 0,35% of 1,32%. Welk tarief je betaalt hangt af van wat je koopt of verkoopt.
Sinds 1 januari 2017 betaal je ook 30% roerende voorheffing op dividenden en intresten.
Beleggen voor je kleinkind
Op een speciale ‘kinderrekening’ kun je ook beleggen voor je kleinkind(eren), op voorwaarde dat de wettelijke vertegenwoordiger akkoord is met het openen van de rekening.
Checklist
Let op deze punten wanneer je een beleggersrekening voor je (klein)kind wil openen:
- Welke kosten betaal je?
- Is er een minimuminleg (per maand)?
- Kun je de rekening online of via een app beheren?
- Kun je het geld ook weer opnemen en hoeveel kost dat?
- Heeft de aanbieder een vergunning als beleggingsinstelling?
- Wat zijn de verborgen kosten, zoals fondskosten, en hoe hoog zijn ze?
(Door Jeroen Geuens, 26 november 2019)