Wat is de 4%-regel bij beleggen?
Wie serieus belegt kent de vierprocentregel. Wat betekent die en geldt hij nog? De uitvinder heeft hem al voor de tweede keer bijgesteld.
Voor financiële onafhankelijkheid moet je vermogen zo groot zijn dat je kunt leven van het rendement. Dat rendement moet je ook kunnen afhalen zonder boete en zonder dat je kapitaal kleiner wordt.
De Amerikaanse financieel adviseur Bill Bengen berekende in 1994 dat je best uitgaat van vier procent rendement.
Een miljoen voor een bovengemiddeld loon
Als je elk jaar 40.000 euro uit je beleggingen wil halen heb je een miljoen nodig. Dat miljoen moet je volledig beleggen en het is dus belangrijk dat die beleggingen vier procent opleveren na kosten.
Dat is de simpele versie van de theorie. Ze houdt bijvoorbeeld geen rekening met inflatie. Met die 40.000 euro koop je elk jaar minder. Dus moet je na het eerste jaar al bijsturen. Het idee van vier procent is wel nuttig baken waar je je op kunt richten.
Niet meer dan 4% opnemen
Bengen bedoelde dat je elk jaar best maximaal vier procent van je vermogen uitgeeft als je de rest van je leven wil doen met dat kapitaal en dus heb je ook zo veel opbrengst nodig. Historisch gezien is dat een haalbare en een voorzichtige berekening.
Volgens Bengen was het percentage berekend op iemand die met pensioen ging in 1968. De beurs stond toen aan zijn op en de inflatie zou de komende jaren alleen maar stijgen.
Verhoogd naar 5%
Vier procent is dan ook het slechtste scenario. Bengen stelde zijn percentage in 2006 al bij naar vierenhalf procent en nu verhoogde hij het weer naar vijf. In een magazine voor financieel adviseurs zei Bengen dat zeven procent ook al veilig is gebleken.
Als je met pensioen gaat kun je best uitgaan van vijf procent. Als je een miljoen hebt neemt je dus best maximaal 50.000 euro per jaar op. Als je 40.000 euro wil verdienen heb je 800.000 euro nodig.
Bereken wat je elk jaar nodig hebt en doe dat getal maal twintig. Dat is het vermogen dat je nodig hebt.
Belgisch perspectief
Weinig mensen harken zomaar even 800.000 of een miljoen euro bij elkaar voor hun (vervroegde) pensioen. Dat moet ook niet. Bengen schreef zijn theorie vanuit het Amerikaanse idee dat je helemaal zelf voor je oude dag zorgt.
De meeste Belgen bouwen bijna zonder dat ze het weten kapitaal op via hn werkgever en ze krijgen een wettelijk pensioen van de overheid. Die ‘vermenigvuldig-maal-twintigformule’ geldt dus maar tot aan je pensioendatum. Daarna heb je minder nodig.
De formule is vooral interessant voor wie zo snel mogelijk financieel onafhankelijk wil zijn. Jongeren die daarmee bezig zijn horen bij de FIRE-beweging: financial independence, retire early.
Aanvullend pensioen zelf uitrekenen
Als je niet per se zo vroeg mogelijk financieel onafhankelijk wil zijn kun je met de vier- of de vijfprocentregel kun je zelf uitrekenen hoeveel je nodig hebt voor een aanvullend pensioen.
Dat kapitaal bouw je bijvoorbeeld op met een groepsverzekering bij je werkgever of met pensioensparen of met beleggingen.
Welke beleggingen?
De regel van Bengen is geen garantie. Het blijft belangrijk de juiste beleggingen te kiezen en daar moet je geluk mee hebben. Bengen zelf belegt voor de helft in twee S&P-indexfondsen en voor de helft in Amerikaanse staatsobligaties.
Bengen zegt wel dat je de formule bij eender welke portefeuille kunt gebruiken. Hij onderzocht portefeuilles die de laatste honderd jaar minstens dertig jaar werden aangehouden.
De vijfprocentregel is daarmee een truc waarmee je algemeen kunt uitrekenen hoeveel je nodig hebt voor je financiële onafhankelijkheid of voor je aanvullende pensioen of een andere inkomenswens.
(Door Jeroen Geuens, 25 mei 2021. Bronnen: Marketwatch, Financial Advisor Magazine, CBS.)