Wat kost beleggen?
Beleggen brengt waarschijnlijk meer op dan sparen. Beleggers hebben wel verschillende kosten die spaarders niet hebben. Opgeteld kunnen die een grote invloed hebben op hun rendement.
In dit stuk overlopen we de belangrijkste kosten die je bij online beleggen tegenkomt.
1. De kosten van zelf beleggen
Zelf beleggen wil zeggen dat je alleen handelt op de beurs, zonder hulp of advies. Dat doe je bij een broker of een makelaar die een beleggingsrekening aanbiedt.
Vroeger ging je daarvoor naar je bank; tegenwoordig vind je online brokers genoeg. Die vechten onder elkaar om jou, de belegger, en ze bieden daardoor lagere en lagere tarieven voor de diensten die ze leveren.
Ze geven je bijvoorbeeld toegang tot de beurs via een platform waarop je je beleggingen kunt zoeken en kiezen. En ze verwerken je order wanneer je bepaalde aandelen koopt of verkoopt. De kosten die je hiervoor betaalt, zijn helaas bij geen enkele broker hetzelfde.
BEHEERKOSTEN
Bij sommige makelaars betaal je beheerkosten. Dat is doorgaans een jaarlijks percentage van de waarde van je portefeuille. Je komt de kosten tegen als servicekosten, servicefee of managementfee.
Soms lees je ook de term bewaarloon. Dat is een oude term voor het bewaren van de effectenpapieren. Het is ongeveer hetzelfde, het verschilt alleen in de details.
Bij een groeiend aantal brokers betaal je tegenwoordig (zo goed als) geen beheersvergoeding. Bij andere betaal je die wel; daar is de vergoeding beperkt.
Voorbeeld beheerkosten: Jeroen belegt bij broker X voor 3.000 euro in Amerikaanse aandelen. Zijn broker rekent 0,15% beheervergoeding per jaar. Jeroen betaalt dit jaar 4,50 euro voor het beheren van zijn belegging.
TRANSACTIEKOSTEN
Iedere keer dat je aandelen of obligaties (ver)koopt, betaal je transactiekosten.
Voor actieve beleggers die veel handelen zijn dit de belangrijkste kosten. De transactiekosten staan altijd duidelijk op een tarievenkaart. Die tarieven verschillen per beurs en per beleggingsinstrument en ze hangen dikwijls af van het aantal transacties dat je doet.
Brokers adverteren meestal met de lage tarieven, de vanafprijzen. Er zijn er die geen transactiekosten rekenen; dan kun je gratis beleggen.
Voorbeeld transactiekosten: Robin kocht voor 2.800 euro aandelen op Euronext. Volgens de tarievenkaart van zijn broker kostte die aankoop hem 6,00 euro transactiekosten. Ergens anders zou hij een ander bedrag betalen.
FONDSKOSTEN
Investeer je in fondsen — kant-en-klaarmandjes met verschillende aandelen en obligaties — dan betaal je ook een jaarlijks percentage aan de fondsbeheerder. Dat is de persoon die de samensteling van het mandje bijhoudt.
Fondskosten verschillen per fonds, ze lopen sterk uiteen en ze staan dikwijls slecht aangegeven. Fondskosten liggen grofweg tussen 0,3% (laag) en 1,5% (hoog).
Het kan ook dat je extra betaalt om in of uit een fonds te stappen.
Voorbeeld fondskosten: Erik kocht participaties (deelbewijzen) van een beleggingsfonds. Die zijn nu 6.000 euro waard. Erik betaalt 0,35% beheervergoeding per jaar, plus 1,15% fondskosten. Haalt hij dit jaar 4,5% rendement, dan gaan daar 1,5% kosten af. Het belegde vermogen groeit dan met 3% naar 6.180 euro.
ANDERE KOSTEN
Je betaalt bij je broker soms voor live feeds van aandelenkoersen. Veel brokers laten die echter gratis zien. Of je ziet ze bijvoorbeeld met een kwartier vertraging.
Gevorderde beleggers betalen een vast bedrag per contract wanneer ze derivaten zoals opties en futures kopen.
De beleggersrekening zelf is bij zo goed als iedere aanbieder gratis.
2. De kosten van laten beleggen
Mensen met veel spaargeld kiezen dikwijls voor een passieve vorm van beleggen wanneer de spaarrente laag is. Bij deze beheerde vorm van beleggen — ‘laten beleggen’ zoals we het hier noemen — kies je zelf geen producten; je laat alles over aan (de experts van) de beleggingsbank.
Je belegt meestal automatisch op basis van keuzes vooraf. De bank laat je kiezen en ze geeft zelf geen advies. Je blijft zelf verantwoordelijk. Een algoritme gaat met je opdracht aan de slag.
Bij deze vorm van beleggen (execution only) betaal je altijd een jaarlijkse beheervergoeding. Dat is ook hier een percentage van je belegde vermogen. Doorgaans beleg je in fondsen en je betaalt dus extra kosten voor de fondsmanager. Deze kosten zijn meestal niet in de beheervergoeding verwerkt. Een paar aanbieders doen dat wel.
Sommige aanbieders reken ook nog transactiekosten. Dat is een uitzondering.
Voorbeeld laten beleggen: Myriam heeft geen verstand van de beurs en wil toch een deel van haar spaargeld beleggen. Ze kiest voor beheerd beleggen of laten beleggen. Ze legt 5.000 euro in bij aanbieder X. Die rekent haar 0,50% beheervergoeding aan, plus 0,30% voor het fonds waarin ze belegt. Er gaat dus elk jaar 0,80% van Myriams behaalde rendement.
Welke brokers zijn het voordeligst?
Het is onmogelijk te zeggen welke broker duur of goedkoop is: tarieven verschillen per effect en per beurs en ze kunnen ook afhangen van de inleg of het aantal transacties.
Elke broker heeft ook een ander aanbod en hij is misschien goedkoper op één onderdeel en duurder op een ander. Of hij biedt een product niet aan.
Brokers vergelijken op kosten kan alleen wanneer je weet wat je wil of gaat doen.
Reken de kosten op voorhand uit
Zorg er in elk geval voor dat je op voorhand alle kosten kent en reken het totaal uit. Dat kun je altijd doen, zowel wanneer je zelf belegt als wanneer je laat beleggen. Je hoeft alleen de tarievenkaart te lezen en te rekenen.
Het rendement blijft een verrassing; de kosten staan in principe vast. Die veranderen pas als je je beleggingskeuze aanpast of wanneer je aanbieder zijn tarieven verandert. Dat laatste gebeurt waarschijnlijk eens om de zoveel jaar.
Laatste tip: als je van plan bent te beleggen, vergelijk dan ook de welkomstaanbiedingen van elke broker. Het gebeurt dat nieuwe klanten een welkomsttegoed krijgen. Daar kunnen ze hun eerste stappen op de beurs van betalen.
(Door Jeroen Geuens, 19 november 2019)