Welke garantie heb ik als ik ga beleggen?

Jeroen Geuens

11/02/2020

Beleggers lopen meer risico dan spaarders. In ruil voor dat risico krijgen ze mogelijk meer rendement. Wat als een instelling failliet gaat of fouten maakt? We leggen je uit wat je dan kunt doen.

Als de beleggingsinstelling een vergunning heeft kun je beroep doen op de beleggerscompensatie. Sinds de bankencrisis van 2008 kennen de meeste mensen het depositogarantiestelsel wel; dat zorgt ervoor dat je geld tot 100.000 euro veilig is in geval van.

De meeste Belgische banken of kredietinstellingen zijn lid van het Garantiefonds. Dat fonds dekt zicht- en spaar- en termijnrekeningen, kasbons, beleggingstegoeden en tak 21-levensverzekeringen.

Het grootste verschil tussen de ‘gewone’ depositogarantie en de garantie voor effectenrekeningen is het bedrag: beleggers krijgen maximaal 20.000 euro terug als er wat gebeurt. Dat komt doordat alle effecten op jouw naam staan; jij blijft altijd eigenaar. Als een instelling failliet gaat en je hebt al je effecten terug is de kans klein dat er toch nog een schuld openstaat tegen de instelling.

Ben je toch onvolledig vergoed, dan hou je een vordering op de beleggingsinstelling en je komt in aanmerking voor een vereffenings- of faillissementsdividend.

Je beleggingen worden gescheiden bewaard

Beleggingsinstellingen houden hun eigen vermogen gescheiden van dat van hun klanten. Dat doen ze bijvoorbeeld in een SPV, een Special Purpose Vehicle: een dochterbedrijf dat zelf financiële transacties kan uitvoeren. Omdat het legaal gezien een op zichzelf staand bedrijf is, is je geld gescheiden van dat van de beleggingsinstelling.

Degiro heeft bijvoorbeeld een SPV Long Short en een SPV Long only. Dat zijn twee aparte stichtingen en Degiro bewaart er al je financiële instrumenten. Het enige dat de twee SPV’s doen is je geld passief aanhouden; de kans is daarom klein dat ze failliet gaan.

Degiro is geen eigenaar of aandeelhouder van die SPV’s; ze zijn zo veel mogelijk onafhankelijk van het ouderbedrijf.

De instellingen worden streng gecontroleerd

In België controleren twee onafhankelijke organisaties de financiële wereld: de Nationale Bank van België (NBB) en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).

De NBB controleert de financiële gezondheid van banken en verzekeringsmakelaars; de FSMA controleert tussenpersonen zoals makelaars en bankagenten en ook de producten die die banken, verzekeraars en andere tussenpersonen verkopen.

Beleggingsinstellingen krijgen zowel interne als externe controle. Bij Lynx zijn het bestuur en de compliance officer verantwoordelijk voor de interne controle. Ze kijken na of het bedrijf alle codes en regels naleeft.

Lynx staat in Nederland onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). In België controleert de FSMA Lynx’ activiteiten, in Duitsland is dat toezichthouder BAFIN en in Tsjechië is het CNB.

Lynx bewaart de vermogens van zijn klanten ook op apart gescheiden rekeningen en het volgt de MiFID-richtlijn, de Markets in Financial Instruments Directive.

Geen compensatie voor waardedaling

Denk eraan dat beleggen risicovol is, ook als de bank of je broker alle vergunning heeft en de regels voor vermogensscheiding naleeft.

De waarde van aandelen en andere instrumenten kan stijgen of dalen. Goed gespreide fondsen hebben ook geen waardegarantie. Het is dus altijd nodig je te verdiepen in het mogelijke beleggingsrisico.

Hoe zit het met cash?

Op een beleggersrekening kun je cash geld storten. Geld dat je net gestort hebt en waar je binnenkort aandelen of andere instrumenten mee wil kopen.

Dat geld valt onder het gewone depositogarantiefonds: als je beleggingsinstelling failliet gaat kun je dus tot 100.000 euro per persoon per instelling terugkrijgen.

De bank of instelling moet wel aangesloten zijn bij het Garantiefonds.

(Door Jeroen Geuens, 11 februari 2020.)